Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [68]Wiens stem toen [69]de aarde bewoog; maar nu [70]heeft Hij [71]verkondigd, zeggende: Nog eenmaal [72]zal Ik bewegen niet alleen de aarde, maar ook den hemel. 68. Namelijk Jezus Christus; want Hij was die engel des aangezicht Gods die tot Mozes sprak, Ex.3:2,4, enz. en door wien ook de wet is gegeven; Hand.7:38. 69. Namelijk in het geven van de wet; waarvan zie Ex.19. 70. Namelijk dezelfde Jezus Christus, als de eeuwige Zoon van God en middelaar tussen God en de mensen. Want de gehele samenvoeging der woorden vereist deze verklaring. 71. Namelijk door den profeet Haggai, Hag.2:7, waar hij van de komst van Christus en van de roeping der heidenen profeteert. 72. Namelijk eensdeels door grote wonderen aan hemel en aarde, gelijk in de komst van Christus, en ten tijde van Zijn lijden en van Zijn opstanding is geschied; maar inzonderheid door de krachtige prediking van het evangelie en de zending van den Heiligen Geest over de gehele aarde, waardoor de ceremonieele dienst der wet en de afgoderij der heidenen is teniet gedaan, en de geestelijke godsdienst alom opgericht; hetwelk een grote beweging en verandering, niet alleen op aarde, maar ook in den hemel veroorzaakt heeft, alzo ook de engelen zich daarover verwonderen en begerig zijn daarin te zien; Ef.3:10; 1 Petr.1:12.